Cuba, here we come, al is het even doorzetten

Tuesday, February 21, 2017
Marina Puertosol, Quintana Roo, Mexico
Vrijdag 17 februari



We besluiten deze dag helemaal te gebruiken om ons voor te bereiden om naar Cuba te gaan. We splitsen elkaar op. Wim gaat de uitklaring regelen en wij gaan de boodschappen doen. Rond 13.00 uur is Wim gereed met de uitklaring, zijn Zerpa document die hem naar Cuba zal brengen geeft aan dat wij uit Australië zijn gekomen en dat we onderweg gaan naar Havana. Hoe kan het nog vreemder na alle kopieën die we hebben gemaakt. Ook de boodschappen zijn gedaan, het schip ligt nu een cm dieper dan voorheen. Dat geld niet voor de portemonnee, de prijzen zijn hier de helft van de Europese, terwijl dit voor Belize juist het omgekeerde gold, nl 2x zo duur. Ons Mexico avontuur ronden we af met een etentje.

Zaterdag 18 -21 februari

Het is half acht als we het anker ophalen. Forse stukken witte klei en zeegras halen we op, maar als het anker helemaal is vrijgemaakt, draait Lineke de steven richting de uitgang van de baai . We worden zo het kanaal tussen Isla Mujeres en Cancun uitgeblazen, na de ondiepten gaan we oostwaarts richting Cuba. Zeil wordt gezet en in eerste instantie lijken we Cuba bij deze koers te bereiken. Maar al gauw blijkt dat de door Wim voorspelde stroom ons parten gaat spelen. Steeds meer worden we naar het noorden weggezet terwijl we eigenlijk meer naar het zuiden in de Caribbean Sea hadden moeten afzakken. Hopen op gunstige wind? Dat laatste is een illusie aangezien de gribfiles van de eerste paar dagen gekenmerkt worden door een zeer hoge zekerheid. Toch zit de stemming er goed in, het wordt een forse zeilpartij over zeer woelig water, opnieuw een zeer geagiteerde zee. De niet aflaatbare wind (dag en nacht) komt steeds boven de 20 knopen en met gemak halen we dan een snelheid tussen de 7 en 8 knopen We hebben al onze handen en voeten nodig om ons staande te houden. Het lukt zelfs rond 18.00 uur een warme maaltijd te bereiden. Als voorafje hebben we een dolfijnen show toebedeeld gekregen, zo'n 20 jonge dolfijnen zijn niet te beroerd om ons in te halen en daarna terug te komen in een wijde boog, soms door meer dan een meter boven water te springen. Het kost Wim heel wat foto's om enkele exemplaren vast te leggen. De eerste nacht komt de maan als een sinaasappelschijfje pas om 11.00 uur op , maar is toch in staat ons redelijk te verlichten, ondanks de wolken die het hem lastig maken, prominent staat te stralen. Als we zo’n 120 mijl hebben gevaren blijken we ca. 38 mijl teveel noordwaarts te zijn uitgekomen en maken we daarom een slag. Zo laten we Cuba weer een tijdje achter ons en gaan niet alleen meer zuid , maar ook een stukje weer terug. Als we opnieuw aankomen ter hoogte van Cabo de Antonio zetten we de motor bij om het wegzetten te compenseren, tot dat we de kuststrook zien van Cuba, voorlopig een niet al te opwindende platte taart rand met witschuimige uitelkaar slaande golven als taart garnering. Langs de kust aan onze bakboord zijde is het alleen maar tegen de wind. In de Bahia Corrientes maken we nog een beetje gebruik van het fenomeen kribbetjes varen, zodat je de tegenstroom in je voordeel hebt, hetgeen we ook doen in de volgende baai. Maar dan gaat het zeil er helemaal af en gaan we op een relatief vlakke zee met een wind op de kop van zo’n 10-15 knopen. Ook de tweede warme maaltijd mogen we zeer geslaagd noemen. De zon en warmte begint een beetje z’n tol te eisen, maar als Lineke heerlijk gedoucht heeft, is ook haar temperatuurhuishouding weer helemaal in orde en ook de rugmassages doen wonderen. Ook de tweede nacht is er een uitgebreide sterrenhemel met de koekenpan en de Poolster tussen de wolken, hetgeen door licht van het opkomende maanschilletje weer te niet wordt gedaan, vanaf dit punt hebben we van de ca. 315mijl nog 125 mijl te gaan. Wonderwel gaat het slapen redelijk goed ondanks de stampende motor die op 2000 toeren staat te draaien. Het wachtlopen van Wim en mij loopt gesmeerd, er is een biologische wekker ontstaan die elke twee uur afloopt, en die je focust op de drill van zwemvesten aan, man over boord tac, koplampje en aanhaken van de lifeline. 
We zijn onderweg naar Cayo Largo een eiland waar Marina Puertosol ligt, het is een van de belangrijkste toeristen centra van Cuba met alle attracties, maar daar is het niet om te doen. Wim heeft daar ervaring met inklaren, maar het is ook een opstap naar Cienfuegos dat zeker de moeite waard is. In tegenstelling tot de landen die we hebben gehad, moet je hier in en uitklaren in elke haven die je aandoet, en volgens Wim komt een hele groep aan boord om je in te klaren voor dat je van boord mag. Maar zo ver zijn we nog niet, het is 09.00 uur, langzaam komen de contouren van Isla Dela Juventud inzicht, nog 90 mijl te gaan, dat gaat nog een 3de nacht worden. Met de kop in de wind over een relatief gladde zee. Misschien kunnen we straks wel een stukje zeil bijzetten? We proberen dat even voor Cabo Pepe , maar na twee uur zeilen komen we tot de slotsom dat het te weinig effectief is, een 4de nacht is even niet haalbaar. Het wordt weer een prachtige dag met tot 22.30 uur een vlakke zee met een wind van minder dan 10 knopen, ideale Lineke condities. Het geeft ons ook de gelegenheid even goed schoonschip te maken en de Cubaanse autoriteiten tijdens hun inspectie te laten zien hoe proper wij en het schip zijn. Opnieuw worden we weer een kwartiertje vergezeld door jonge dolfijnen net even de smaakmaker voor we aan het eten beginnen. Tussen 22 en 23 uur kunnen we even echt zeilen en zien we het fluorescerende plankton oplichten als de Lonely Planet zijn boeggolf wegduwt, maar dan is de fun definitief afgelopen, en met een strakke 15-20 knopen op de kop ploegen we weer voort om de 25 mijl af te leggen, met zo’n 3 knopen snelheid moet we net bij het licht worden voor de haven van Cayo Largos liggen. Het wordt toch nog 9.00 uur als we bij ons laatste waypoint komen in diepwater. Voor ons ligt de entree van het eiland Cayo Largos omringd door ankerende schepen. We varen langs de betonning naar de marina en worden meteen geholpen met het afmeren. We zijn er, de 320 mijl zitten erop. Al snel maakt de havenmeester zijn opwachting en garandeert ons een snelle inklaring en dat is ook zo. Zo komen aan boord de dokter voor een gezondheidscontrole, door het meten van onze temperatuur en stellen van vragen, een veterinair voor de honden en katten, iemand van land en tuinbouw overheid om onze etenswaren na te kijken op beestjes en de douane ambtenaar om onze visum uit te reiken. Er worden weer heel veel papieren ingevuld en gestempeld. Naast de 280 euro voor visa en inklaren van het schip krijgen we een boete van 25 euro omdat tussen de blikjes chili con carne een oud roestig blikje zit over de datum, maar dan zijn we ook officieel ingeklaard en mogen we het gastenvlaggetje hijsen. We wisselen onze euro’s om in Cuks (1 euro=1 Cuk) en bestellen een Cuba-libre om dit allemaal te vieren.

Comments

2025-02-08

Comment code: Ask author if the code is blank