Op weg naar de Dominicaanse Republiek

Sunday, March 26, 2017
Boca Chica, Santo Domingo, Dominican Republic
Maandag en dinsdag 19-20 maart

Beide dagen staan in dienst van ons vertrek, de dieseltank en de 4 jerrycans worden gevuld, haar geknipt en er worden boodschappen gedaan om de laatste Jamaicaanse dollars op te maken, dat laatste is niet moeilijk, omdat alles zo duur is. Nog een keer verdiepen we ons in de Jamaicaanse cultuur, deze dinsdagochtend gaan we voor een ontbijt. We zijn hem al tegengekomen, de Ackee boom met zijn fel rood oranje vruchten, die o zo giftig zijn. Pas als de vrucht rijp is en open gaat kun je de pit verwijderen en het vruchtvlees oogsten. En zo bestelden we dinsdagochtend Ackee in saltlfish en safijam, een soort oorspronkelijke aardappelen, gecombineerd met gesneden paksoy alsmede 4 bakbananen, een gefrituurde banaan en een gefrituurd broodje. Een stevig ontbijt, waarvan de 4 bakbananen het minst waren. Als het rond 14.00 is gooien we de lijnen los en maken ons op voor een tocht van 160 mijl naar Haïti, of meer precies, het eiland Ile de Vache als tussenstop naar de Dominicaanse Republiek. Een tocht van 40 uur varen bij een gemiddelde snelheid van 4 knopen. Als we rond de middag vertrekken kunnen we donderdag in de ochtend aankomen, dit is net een window, waar de tegenwind afneemt en uiteindelijk naar donderdag uitdooft doordat we aan de zuidkant van het eiland in de luwte varen. Met veel weemoed verlaten we het oeverloze groene Jamaica, zijn hoge bergen, zijn warmte en vooral de ontzettend plezierige mensen. Natuurlijk zijn we voor hen buitenlanders waaraan kan worden verdiend, maar toch! Heel langzaam wordt het zicht op Jamaica mistiger en mistiger en zo varen we onder zeil de loodzwarte nacht in voorlopig zonder maan. We zijn zeilend, waardoor we echter niet de optimale koers kunnen houden , maar toch voldoende zuidoost om richting Ile de Vache te komen, rond 12 uur 's nachts valt de wind gedeeltelijk terug en dan laten we het werk over aan de motor die ons richting Ile de Vache voortstuwt.

Woensdag 21 maart,

Rond 01.00 uur zien we achter de wolken de maan oplichten en rond 2.00 uur staat een aardappelschijfje maan ons bij te lichten, de donkere wolken gaan ons steeds verder verlaten. De Caribbische zee van deze nacht fluoriseert een van onze lichtpuntjes van deze nacht.

De zee is nog steeds onrustig en na een onrustige nacht wordt Lineke er toch even zeeziek van. Ile de Vache lijkt niet haalbaar voor donker aan te varen (nog 50 mijl te gaan in 8 uur op de motor tegen de wind, Wim is er nog nooit geweest en ook daar heb je eyeball navigatie nodig. We besluiten onze koers iets te verleggen zodat we in Cabo Falso (Dominocaanse Republiek) komen, nog eens 180 mijl ipv 50 mijl. Daar zouden we net voor zessen kunnen aankomen, maar hoe realistisch dat is, weten we niet, anders zullen we ook daar moeten verder varen en dan Boca Chica moeten aandoen en dat is nog eens 70 mijl erbij. Ga er maar tegen aanstaan 250 mijl op de motor en de wind op de kop! Onder tussen hebben we twee of zelfs meer walvissen gezien, ze blijven bij ons uit de buurt, aan het spuitpluimpje herkennen we de walvissen, en om ze vast te leggen kost heel wat moeite! Ondertussen lijkt Lineke zich ook weer te herpakken. Rond 10.00 uur zien we de eerste contouren van Haïti, hoog rijst het eiland uit de Caribbische zee. We laten het dit keer aan ons voorbij gaan. Lineke heeft pech, even leek zij te herstellen, maar de zeeziekte slaat nu heftig om zich heen. Niets helpt, niets blijft er in. Ondertussen spoeden wij ons een weg met de motor, het is weer zo'n hete dag, waar je op de boot maar moeilijk een plaatsje uit de zon kan vinden, zowel in de kuip dan wel in de kajuit. Met de buiten douche trachten we Lineke op temperatuur te houden. Na het avondeten steekt er een landwindje op waarvan we een uur gebruik kunnen maken, maar daarna is het gewoon op de motor de inkt zwarte nacht in onder de fonkelende hemel en het Zuiderkruis. Nog 94 mijl te gaan naar Cabo Falso

donderdag 21 maart,

Het is een rustige nacht geworden, geen schepen die onze route kruisen of in de weg lagen. Heel laat komt de maan op maar geeft genoeg licht om de omgeving te kunnen monitoren op scheepvaart die zich niet op het AIS systeem bevindt. Als de zon opkomt zien we de bergen van Haiti aan bakboord, net als de golven van de zee die een monotoon beeld geven van hoge toppen en diepe dalen. Het wordt vandaag een beetje een race tegen de klok, we willen een tussen stop maken net boven Cabo Falso in Bahia Las Aguilas, als we vandaag een snelheid houden van 5,5 komen komen we daar voor donker aan en kan Lineke wat op adem komen.

Voordat Columbus de Dominicaanse republiek aan deed, heette het eiland Hispaniola, waar de Tainos bevolking leefde. De Tainos gaven "ons" de wereld, de zoete aardappel, pinda's, de ananas en tabak en als dank werden zij volledig uitgemoord door de ziekten die de Spanjaarden meenamen en door de slavernij. Hispanolia werd al snel verdeeld in een Frans stuk (Haïti) en een Spaans stuk. Haïti werd in 1804 onafhankelijk en de Dominicaanse republiek (DR) in 1844, nadat zij zich ontworsteld hadden aan Haïti. Na een aantal presidenten en interventies van Amerika lijkt het land langzamerhand gestabiliseerd te zijn. Het land heeft veel bergen waar het hoogste punt op 3137 meter ligt, de Merengue de muziek is, waar het met je Euro niet erg duur is en dat je heerlijk kunt eten en mooie uitstapjes kunt maken, kortom we gaan het binnenkort zien, en even voor de goede orde, Santo Domingo is de hoofdstad, 8 mijl verwijdert van Boca Chica , waar we de marina in gaan! Voorlopig liggen we nu een uur varen van Punta de Las Aguilas (DR), we hebben er van Porto Antonio (J) 276 mijl opzitten.

Zoals we hebben gehoopt lopen we Cabo Falso rond 18.00 uur aan, voor ons zien we een wit strand, dat geeft hoop voor goede ankergrond, maar het duurt oeverloos voordat we genoeg diepte hebben, pas vlak bij het strand komt op de diepte meter 6 meter te staan en kunnen we het anker lossen, terwijl de zon bloedrood achter ons de zee inzakt en snel de duisternis om ons heen drapeert. Een vissersbootje met twee man schuifelen nog wat heen en weer om hun netten te zetten. Dit is een echt verlaten gebied.

Vrijdag 24 maart, heerlijk geslapen, we gaan meteen het glasheldere water in voorzien van snorkels. Ons anker ligt goed in het zand, terwijl de boot boven het koraal drijft en de kleine visjes zich kostelijk vermaken tussen de spotgewijs groeiende koraal. Wat een prachtig gezicht met de beginnen zon die net boven het oppervlakte van het water alles nog eens helder verlicht. We lichten het anker als we ontbeten hebben en gaan op weg naar Cabo Beata. We willen het kanaaltje de La Beata oppakken die het eiland Isla Beata scheidt van het vaste land en de Cabo Beata. Bij deze Cabo moet het altijd hard waaien we zijn dus gewaarschuwd! Nu pas gaan we ons realiseren dat de afstand tot de kaap meer dan drie uur varen is, op de kaart hebben we al 10 x de afstand afgelegd. Aan bakboord zijde hebben we de niet aflatende bergketen en aan stuurboord komt het eiland Isla Beata steeds dichterbij en langzaam komen we na het tweede uur varen de straat in. We hebben ook een vislijn uitgezet, als Lineke zich op een gegeven moment omdraait lijken we grote oranje ballen mee te zeulen. We zijn over een vislijn van een visser gevaren en alles zit achter ons aan, dwz realiseren wij ons, we zitten (het schip) vast aan zijn anker. We liggen gewoon stil. Als de motor in zijn vrij staat halen we onze vislijn binnen en vervolgens zien we geen andere oplossing het schip vrij te maken door de lijn van de vissers door te snijden. Het kan niet anders. Eenmaal doorgesneden houden we nog een stuk lijn over die vermoedelijk om de roerconus zit, met een beetje trekwerk komt hij gelukkig los en geven we de visser zijn eigendommen terug. Nu zijn we continu op onze qui-vive tot onze ogen vierkant worden, maar toch hebben we na drie uur varen een handvol visstekken kunnen omzeilen. Ondertussen zijn we door de straat van Beata en varen de kaap helemaal vrij. De wind die inderdaad van bijna zero tot 22 knopen is opgelopen heeft ons mild behandeld, soms loopt het hier op tot 35 knopen. Ook is Cabo Beata een echte kaap als je kijkt naar het knobbelige water en hoge golven, maar na een half uur verder, neemt de wind af en kunnen we zeilen, wel strak langs de kust, zo'n 30 graden uit onze echte koers lijn. Na zo'n drie uur zeilen valt opnieuw de wind weg en starten we de motor om de koersafwijking weer dicht te varen. We steken nu een grote baai over in de hoop dat we de Katabolische wind, die het vasteland produceert kunnen oppikken. En ja hoor, rond 19.00 uur als de dienst van peter en Lineke ingaat komt er weer wat wind bij , niet veel, maar in combinatie met een beetje motor halen we de 5 knopen. Als we net een wacht wissel gehad hebben, heeft Wim zijn handen vol aan de steeds toenemende wind die oploopt tot 22 knopen, we liggen te dansen en te beuken in ons bed. Dan zakt de wind weer in en zullen we de hele nacht in de weer zijn met de zeilen trimmen om tot een snelheid tussen de 4en 5 knopen te halen. Opnieuw zijn de kusten verlicht door de talloze huizen aan de kust en in de bergen, de nacht is helder, maar we zullen nog een tijdje op de maan moeten wachten en als deze komt is het slechts een heel dun schijfje. Maar rond 3.00 uur dooft de wind uit en gaat de motor weer aan. Maar de wind komt terug tot 30 knopen als Wim zijn wacht heeft en ditmaal blijft hij staan en sturen we met de hand richting Boca Chica. Het is nu zaterdagochtend 10.00 uur nog 21 mijl van Boco Chica, aan stuurboord zien we de torenhoge wolkenkrabbers van de hoofdstad Santo Domingo, en aan onze kopse kant passeert ons op 1,3 mijl de tanker Balsa 81 bestemming Rio Haina.

Toch duurt het nog tot 15.00 uur als we de haven van Boca Chica binnen varen en onze lijnen vastzetten. Al snel zijn de autoriteiten aan boord. Dit maal wordt onder ons toezicht alle laadjes en kasten doorzocht en goed bevonden. Na een heerlijke douche zoeken we een eetgelegenheid. De Dock Manager adviseert ons na 17.30 uur binnen de hekken te blijven van de Marina. We kijken uit op een prachtig strand met badende families en eethuisjes. Ik overtuig Wim toch maar daar te gaan eten. We zitten heerlijk onder een aantal bomen met keiharde muziek om ons heen en verkoopsters die lekkere pindakoeken of massages weten te verkopen. We krijgen prachtige gerechten van vis en vlees. We denken dat dit relatief niet slecht aan de prijs is, maar zijn echter erg teleurgesteld als alles op de menu kaart per pond wordt aangegeven, en dat maakt de prijs drie maal zo hoog. We nemen ons verlies als het tekort dat we hebben op de rekening ons wordt kwijtgescholden. Hoezo is de Dominicaanse Republiek goedkoop voor ons?

Comments

2025-02-16

Comment code: Ask author if the code is blank