Missie geslaagd

Monday, April 10, 2017
St. Thomas, Virgin Islands US
Vrijdag 30 maart

Vrijdag staat in het teken van vertrekken, dat wil zeggen onze voorraden aanvullen, de nieuwe entry verzorgen en opsturen, een paar mensen bellen, de haven betalen en de uitklaringsambtenaren aangeven dat we zaterdag vroeg willen vertrekken.



Zaterdag 1 april

We zijn weer vroeg op want om 8.00 uur komen de uitklaringsambtenaren, het wordt half negen, maar er zijn wat problemen. Lineke staat niet op de officiële crewlijst en het nummer van de boot klopt niet, alles wordt nog eens grondig bekeken door nog eens alle kastjes na gelopen. Uiteindelijk kunnen we om 9.00 uur vertrekken. Het wordt nu wel een race tegen de tijd als wij voor het donker in Casa del Campo, 40 mijl verder oostwaarts, willen aankomen. De eerste 4 uur wordt het op de motor, gelukkig draait de wind wat en kunnen we zeilen en maken dan ook een veel hogere snelheid, waardoor we inlopen op onze tijd. Aan stuurboord kant hebben we de lage kust waar geen bergen meer te zien zijn, de oostkant van DR is echt vlak en voor ons een beetje saai. Overal zie je wel wat activiteit en met La Romana hebben we weer een zeer grote stad in het vizier. We zeilen tussen het eiland Isla Catalina en het vaste land door richting Casa de Campo, waar een mooie haven ligt met allemaal voorzieningen op het terrein van een resort. Dat zien we ook al van een afstand. Bij het binnen varen blijkt niemand van het personeel aanwezig te zijn op de haven, met veel energie leggen we de boot vast en als we uiteindelijk de portcaptain vinden mogen we niet blijven, alle boxen zijn prive. We moeten een uur verder varen naar Bayahibe. Dat valt even tegen, de zon is al aan het ondergaan, als we de haven uit varen. We zien al snel veel masten, het blijkt een ankerplaats te zijn voor huurboten, voornamelijk catamarans. We laten het anker zakken en trekken ons vast, prima ankergrond, we zitten in een mum van tijd vast. In tussen is de zon verdwenen en de hemel is oranje gekleurd als we ons gebruikelijke pilsje pakken.

Zondag 2 april

We ontdekken een beetje hoe het in Bayahibe toegaat. In de baai liggen zeer grote catamarans die met vakantiegangers rond 10.00 uur gevuld worden, maar ook grote en snelle sloepen die allemaal met vakantiegangers vertrekken. Hun doel is het eiland Isla Saona, waar hoogst waarschijnlijk gesnorkeld gaat worden, naar dolfijnen gezocht wordt en natuurlijk het strand met zijn prachtige palmen. De bedrijvigheid en de rust keert terug als de meeste boten vertrokken zijn, tijd voor ons om het plaatsje te gaan bekijken. In eerste instantie denken we dat dit ook een resort is, maar al spoedig komen we er achter dat het een gewoon plaatsje is met alles er op en er aan. We laten ons een rum mix lekker smaken en als we 's middags terug komen vinden we een stuk van het strand vol dagjes mensen. Hele families zitten onder de palmen en hebben het grootste plezier, zonder last te hebben van de hitte. Ook wij nemen het er nog even van in de schaduw van de bomen, voordat we een restaurantje opzoeken.

Maandag 3 april

We staan vroeg op want wij willen ook naar Isla Saona. We gaan er van uit als we vroeg vertrekken dat er een armada van boten ons vroeg of laat voorbij zullen varen op weg naar Isla Saona. De wind is ons gunstig gestemd, een landwind die het komende uur tot 18 knopen zal aanwakkeren pakt de Lonely Planet op en als een speer zeilen we richting Isla Saona. Inderdaad worden we ondanks onze hoge snelheid ingehaald door catamarans en snelle sloepen. We realiseren ons dat deze boten op plaatsen kunnen komen met een beperkte diepgang, dus kunnen we ze niet blindelings achter na gaan om humn ultime plekjes voor snorkelen en andere zaken te ontdekken. Aangekomen op Ilsa Saona, ankeren we voor het strand naast een patrouille vaartuig van de marine. Inderdaad Isla Saona is een Paradijs, met zijn zwaaiende palmbomen en prachtige witte stranden. Met de Bijboot gaan we naar het strand en maken een eerste verkenning. ' s Middags staat op onze agenda een heerlijke snorkel partij boven slechts 1 meter koraal in glashelder water. Het is wederom een genot over het koraal te zwemmen, vooral omdat het ondiepe water zo heerlijk warm is Zelfs het klimmen in de bijboot ging ons goed af, chapeau Lineke! De tijd gaat snel en voor we het weten keren we weer terug naar Bayahibe., deze baai ligt toch wat beschutter dan hier alleen achter blijven, maar we moeten ons ook nog uitklaren en dan zal Bayahibe onze uitvalbasis zijn. Voor het eerst zeilen we van oost naar west, nu hebben we de passaat wind mee, die we bakstag binnen krijgen en met alleen de genua uit ons een kruissnelheid van 5.5 knopen geeft. Dus zo kan het ook, met de landwind naar het oosten en met de passaat naar het westen en dat in een dag. Schitterend gezeild!

Dinsdag 4 april

Deze dag zal in het teken staan van het verlaten van de Dominicaanse Republiek. We hebben nog twee eilanden te gaan Porto Rico en de St Thomas van de Maagdeneilanden. Bij het afrekenen in Boca Chica hebben we alleen onze creditcard gebruikt, waardoor we nog veel cash geld hebben, en neem van ons aan, terug wisselen naar USA dollars doet niet elke bank. Om helemaal los te komen van de DR moeten we ipv een Depatio, ook een Zerpa document hebben om de DR te verlaten en te mogen aankomen op in het door jou opgegeven land en plaats , dus voor ons Porto Rico en Ponce een plaatsje gelegen in het midden van de zuidkust. Volgens de pilot moet we uitklaren in Casa del Campo, maar dit is een privé haven waar we de vorige keer zijn weggestuurd.

We pakken het busje naar Romana en laten ons afzetten bij het resort waaraan de Marina gekoppeld is. Maar daar komen we niet zomaar in , met z'n drieën moeten we 75 dollar USA betalen om erin te komen. We gaan terug naar de weg om opnieuw een busje aan te houden om verder te gaan naar Romana, maar voordat er een busje is stopt er een auto die ons mee neemt. We moeten bij de Jumbo supermarkt zijn, want in en rondom de Jumbo is alles in Romana te vinden, zelfs een bank die terug wisselt naar USA dollars. Na bezoeken aan twee banken is het raak, onze eerste missie is volbracht. We kijken nog even van uit de tweede verdieping over de mega Jumbo, wat een overdaad is hier aanwezig, opnieuw is dit in geen verhouding met de grootste AH, contrasten mogen er zijn, maar dit gaat wel boven alles in vergelijking met het platteland of winkeltjes in kleine dorpen. Of deze Jumbo iets te maken heeft met de gele Jumbo in Nederland blijft de vraag, alles is hier nl. in het rood. We gaan terug naar de boot en varen terug naar Casa del Campo. Ons plan is er binnen te sneaken en dan naar de immigratie en douane te gaan. Deel een lukt, we leggen vast aan een kade en gaan opzoek naar de uitklaringsautoriteiten, maar blijven steken achter een hek. Onder begeleiding mogen we naar de havenmeester, die verklaart dat hier geen Zerpa’s worden uitgegeven en dat plaats vindt in Bayahibe, de plaats waar we juist vandaan zijn gekomen maar waarvan we weten dat dit geen port of entry is. De havenmeester gaat haar best doen, maar dan moeten we wel in een baaitje bij het strand ankeren. Dat doen we dan ook, de assistenten nemen onze depatio mee en wij doen een schietgebedje dat we deze terugkrijgen dan wel voor een Zerpa wordt omgewisseld. Twee uur later komt een boot langszij, Wim moet instappen met al zijn bootpapieren want de officials van de douane, immigratie dienst en andere diensten zijn opgetrommeld en staan te wachten. Als een speer verdwijnt Wim uit ons gezicht, dit alles moet goedkomen. En het komt goed, na een uur wordt Wim met een dikke smile en 100 dollar USA lichter, teruggebracht, de Zerpa voor Porto Rico heeft hij binnen! Dure jongens die Dominicanen, 265 dollar voor het inklaren en nu 100 dollar voor de uitklaring, bij hoe legitiem deze inningen zijn zetten we onze vraagteken, Wim noemt dit onze persoonlijke bijdrage aan ontwikkelingshulp We halen het anker op en gaan terug naar Bayahibe o m daar te ankeren en ons klaar te maken voor Porto Rico. Nadat we een biertje hebben gedronken verzamelen we weer moed om de bijboot van het dak te halen en hem vaarklaar te maken, immers anders kunnen we niet aan de kant om onze laatste peseta’s te investeren in een heerlijke maaltijd bij een lokaal restaurantje in het dorp. Terug op de boot besluiten we toch nog een dagje te wachten alvorens naar Porto Rico te varen, deze dag heeft ons best veel energie gekost en er staat morgen veel wind, die de komende dagen gaat afnemen. De oversteek over de Mona Passage (Canal de Lamona) naar Porto Rico kan nog wel eens heftig zijn! 

Woensdag/donderdag 5/6 april

Het wordt inderdaad een dagje luieren, maar als je een hele dag voor anker ligt met een aardige swell die je de hele dag laat rollen en een brandende zon, ben je ondanks alles weer blij dat je morgen mag uitvaren. Ook is het weer een aardig gezicht om de hele vloot met catamarans te zien uitvaren. Om 9.00 uur wordt de crew afgezet op de schepen, de muziek gaat vol aan, de "animeer meisjes"  oefenen hun dansjes op de muziek en een uur later komen de sloepen met de passasiers en dan gaat alles los en op de maten van de Merenge worden de zeilen gehesen en varen ze de baai uit, wat daarna gebeurt hebben we de dag er voor ervaren.

Donderdagochtend, 6.00 uur, er staat een klein windje als we het anker ophalen, algauw kunnen we de zeilen hijsen en voor edat we er erg in hebben, hebben we 5 knopen op de teller, net als vorige keer toen we naar Isla Saona gingen, maar nu moeten we er echt langs en daarna een oostelijke koers inzetten richting Porto Rico en die zal tegen zijn. Hoe dichter we bij Isla Saona komen hoe meer de Mona passage haar tanden laat zien, de wind neemt toe tot 20 knopen en de golven worden steeds hoger. De Monapassage staat er om bekend dat het challenging kan zijn. Dit wordt veroorzaakt door verschil in diepte. Er zijn hier de diepste plekken (trench) van de Atlantische oceaan met 7500 meter diepte. Alle eilanden die hier liggen zijn ontstaan op het breukvlak van twee platen en door tektonisch geweld verder naar boven geperst totdat zij boven het water zijn uitgekomen, en zo zijn alle Caribbische eilanden ontstaan. Voor ons moet het allemaal niet al te veel problemen geven, wij steken de Mona passage aan de zuidkant over, dus wie maakt ons wat? We maken een slag en halen de zeilen weg om verder op de motor te gaan, eenmaal weg onder de zuidkant van het eiland Saona, gaan we wat slagen maken, de weersvoorspelling geeft aan dat er ook wat zuidoostelijke wind zich gaat ontwikkelen. Ondanks de redelijk hoge golven en een stevige wind maken we op de motor gemiddeld 4 knopen bij 2500 toeren, niet gek dus! Als we de zuidkust van Isla Saona voorbij zijn zetten we het zeil en maken een slag richting noord, maar dat blijkt erg ongunstig te zijn, we proberen een slag zuidelijk maken en dat werkt redelijk goed, we vallen wel af, maar doordat de stroom naar het noorden gaat van het kanaal, is de afwijking van onze eigen koers minder, we krijgen 20 graden mee, maar toch het is nog lde Lonely Planet zeilt er scherp door heen. Als na 2 uur zeilen de wind afneemt en we steeds meer moeten toegeven op onze koers, zetten we maar weer de motor aan, nog 77mijl te gaan naar de eerste ankerplaats aan de zuidkust van Porto Rico. Maar we doen dat spelenderwijs, met volledige bepakking van reddingsvest en lifeline, speelt Wim buiten met zijn saxofoon de blues tot de dolfijnen er op af komen. Maar hij is niet de rattenvanger van Hamelen, met 10 sprongen om de boot verdwijnen ze in het niemandsland van de weidse zee. Om het op deze hotsen en botsende zee nog moeilijker te maken worden onze vaste blues nog eens staande in de kajuit ten gehore gegeven, terwijl de zak met aardappelen individueel het ritme van de zee danst. Toch lijkt er mogelijk een interactie tussen de Booby’s te zijn en onze dolfijnen, plotseling zien we tientallen vogels door de lucht gaan en in zee duiken, maken ze gebruik van het opjagen van vissen door de dolfijnen? Tegen etenstijd merkt Wim een tweede motorgeluid op en voor we er erg in hebben worden we gespot door een Amerikaans kustwachtverkenningstoestel, dat naarstig terug vliegt richting Porto Rico. Ons kan niets meer overkomen en met die gedachten glijden we de nacht in als de zon achter ons weer eens bloedmooi ondergaat. Maar dit maal gaat het licht niet helemaal uit, sinds 16.00 uur staat een meer dan half volle maan in de wachtstand en deze zal een groot deel van de nacht ons zoveel licht geven dat we slechts de sterren als fletse lichten zien met uitzondering van de steelpan en het Noorderlicht dat op 5 keer de afstand van de afzonderlijke sterren van de steelpan staan. Lineke en ik nemen de eerste wacht voor onze rekening en daarna zullen er nog 3 volgen voordat het ochtendrood zijn dag prijsgeeft.

vrijdag 7 april

Bij het ochtendgloren zien we in een waas de contouren van Porto Rico aan bakboordzijde. Met een of twee pogingen het zeil uit te rollen is het van nacht gebleven, de motor is nauwelijks uit geweest. De wind heeft de hele nacht fors op onze neus gestaan en de mokerslagen tegen de onderkant van de boot zijn ontelbaar geweest, maar wennen doet dat niet echt. Nog een beetje doof van het motorgeronk pogen we onze slaap van ons af te schudden en even later maakt lineke het ontbijt, wordt de dieseltank bijgeladen en bakt Wim zijn brood, zodat we tussen de middag weer een lunch kunnen serveren. De afstand die we vannacht overbrugd hebben valt tegen door de niet aflatende stroming die ons naar het zuiden zet. Daardoor wordt de trackkoers steeds gecompenseerd waardoor we af en toe eerder 2.5 knopen maakten dan 4.2. Om Ponce te halen moeten we nog een kleine 40 mijl afleggen. Ponce is voor ons de port of entry om in te klaren, maar met een forse tegenwind halen we de 5 knopen niet om voor donker Ponce te bereiken, dus we gaan op zoek naar een ankerplaats om lekker te zwemmen en weer van de stilte om ons heen te genieten. Die vinden we bij Parguera, waar enkele riffen prachtige ankerplaatsen vormen. Na twee mislukte pogingen te ankeren pakken we een vrije boei op en duiken het mooie water in, en niet alleen om te snorkelen, maar ook om de hitte van de dag van ons af te spoelen.

Porto Rico is Amerikaans en je moet een Amerikaans visum hebben om daar binnen te komen. Maar voordat Porto Rico Amerikaans was er historisch heel wat gebeurd. Oorspronkelijk werd dit eiland bewoond door Tainos die waren overgestoken vanuit Florida en hielden lang stand tegen de indringers uit de andere Caribbische eilanden. Totdat Columbus arriveerde met Juan Ponce de Leon. Gedreven door de goudkoorts werden de oorspronkelijke bewoners tot slaven gemaakt, vermoord, en vernederd. Door het verspreiden van Europese ziekten zoals pokken en kinkhoest werd de oorspronkelijke bevolking uiteindelijk verder uitgeroeid en een enkeling verdween in de bergen. Rond 1530 kwamen de Hollanders en Fransen met hun slaven uit West Afrika van de Mandingo en Yoruba stammen, die later de helft van de Porto Ricaanse populatie zouden gaan vormen. In 1898 eindigde de Spaans-Amerikaanse oorlog en kwam Porto Rico onder het schrikbewind van de Spanjaarden vandaan en kwam het onder beheer van Amerika, dus nog steeds niet vrij. Operatie Bootstrap stopte veel geld in Porte Rico’s infrastruktuur en Porto Rico accepteerde het Amerikaanse commonwealth systeem. Ondanks de onafhankelijksheidsgroeperingen werd in een referendum gekozen voor een status quo, ook in 2004 en 2008, en zo bleef Porto Rico de 51ste staat van Amerika.

Zaterdag 8 april.

We nemen rond 7.00 uur afscheid van onze mooie baai en gaan op weg naar Ponce om ons te laten inklaren, onze gele vlag wappert al fier om de Amerikaanse autoriteiten te laten weten dat we ons willen inklaren, anders worden we gezien als illegale cruisers en daar staat een boete op van 10.000 USA dollars. De wind is weer uitbundig aanwezig en ook nog eens helemaal tegen, dus ploeteren we met een snelheid van 4.4 knopen door het water, bij elke golf die tegen de romp beukt liggen we bijna even stil, we hebben nog ca. 20 mijl te gaan. Aan onze stuurboordkant zien we een strook laaggebergte aan de kust en verder het binnenland in, een veel hoger gebergte. Toch ziet het er wat minder aantrekkelijk uit, sporadisch komen we huizen tegen maar ook is het uitbundige groen, zoals we dat op de andere eilanden zagen, verdwenen. Eigenlijk is dat vreemd, want er is toch geen verschil in het ontstaan van de verschillende eilanden, alleen de verschillende tektonische krachten hebben geleid tot meer of minder hoge bergketens. Al snel komen we er achter dat de kaalslag door mensen handen is veroorzaakt, alles is gekapt in het verleden voor de rietsuikerplantages en we zien nu hoe slecht deze gebieden herstellen.

Langzamerhand komt Ponce in zicht met zijn enorme hijskranen in de verte. We zoeken de boeien op om via een diepe geul de Marina in te varen. Er liggen boeien in het water, net als gisteren, we weten nu hoe we die het beste kunnen oppakken en aan het schip te bevestigen. Onze gele vlag wappert als oproep voor de immigratie, maar in eerste instantie reageren de Marina en de kustwacht niet op de oproep van Wim, pas een uur later krijgen we een reactie van de kustwacht. We mogen aan land en moeten een dichtbij zijnde telefoon zien te bemachtigen en een nummer bellen van de immigratiedienst. Per telefoon worden alle gegevens door gespeld en mogen we ons maandag in Ponce melden op het immigratiekantoor. Ons worden nu geen beperkingen verder opgelegd. We gaan op verkenning uit, het eerste wat ons opvalt is dat er veel Spaans uitziende mensen rondlopen en weinig met een Afrikaans uiterlijk, vreemd, ik had juist gelezen dat 70 procent van de bevolking van Afrikaanse oorsprong is. Mogelijk komen rond de Marina en strandjes de meer Spaanse typen voor. Ook is opmerkelijk dat iedereen als eerste taal het Spaans bezigt, terwijl je denkt dat hier de voertaal Engels is. Maar goed, we zijn hier pas enkele uren, dus wachten we maar even met conclusies. Op de fishermen’s warf is het erg gezellig, het swingt er en iedereen is op deze zaterdagavond goed gemutst, pelikanen en fregat vogels worden er met sardines gevoed. Als we met onze beperkte dollars een pizza willen bestellen wordt ons aangeraden een pizza cone te nemen en dat doen we dan ook, alles moet je ervaren in een voor jou nieuw land. Als we een half uurtje later ons Pizza ijsje krijgen opgediend, wordt het een hele hijs deze zonder vlekken en brandwonden aan de mond te verorberen.  

Zondag 9 april

Waar ligt het centrum van Ponce? We denken op loopafstand, maar als we in de reeds aanwezige hitte de pas er in zetten hebben we het gevoel dat het best een afstand is. Als een buschauffeur ons afraadt verder te voet gaan, zijn we aangewezen op een taxi. We zien dan hoe ver het is naar het centrum en prijzen ons gelukkig dat we onze voettocht snel hebben afgebroken. Ponce heeft een oud centrum uit de koloniale tijd dat zich uit in mooie gerestaureerde huizen en er zijn eettentjes met heerlijk eten. Er is ook een wijk waar je met al je kwalen heen kunt. De prive artsen vertegenwoordigen met elkaar hier een heel ziekenhuis met al hun bedrijfjes, de gezondheidszorg lijkt hier heel anders geregeld te zijn dan in de laatste drie landen waar het socialisme nog regeert. Overal geven de kerken diensten te horen aan het gezang en geklap. Als wij een van de kerken binnen stappen worden we zeer warm onthaald. Van de kansel worden we zelfs met naam en toenaam verwelkomt en we krijgen van de helft van de mensen een omarming of knuffel. Het is een levendig geheel en blije sfeer. Na een half uurtje sneaken we via de achterdeur weg, in de hoop de mensen niet teleurgesteld achter te laten. Verder is er een mooi museum over de brandweer en het Ponce Art Museum. We gaan naar dit laatste op zoek. Op de begane grond vinden we naast de vele schilderijen van schilders uit Europa een prachtig en humoristisch schilderij van Carlos Cancio (2001), "Night with full moon" en op de tweede verdieping kerkelijke kunst, heel imposant, maar weinig zeggend. Veel zeggend waren de schilderijen van Casta die de opvolgende generaties trachtte vast te leggen in gemengde families, hij legde niet allen daarbij de etniciteit vast maar geeft ook een inkijkje in de huiselijke beslommeringen. En als we om ons heen kijken hebben zeer veel mensen een Spaans uiterlijk met een vleugje Afrikaans, Porto Rico lijk een geslaagde smeltkroes te zijn . Ook vandaag trouwt er een stel in het museum, waar niet alleen de leeftijd maar ook verschil was te zien in etniciteit.

Maandag 10 april

We liggen aan boeien die we niet hoeven te betalen, aan een steiger liggen kost ca 45 euro, alles is in Porto Rico best duur, dus voor die 45 euro kunnen we dan mooi eten. Met de bijboot gaan we opzoek naar de immigratie die we op 10 min varen vinden. Alles loopt soepel, het afval dat we reeds gedumpt hebben bij de Marina is verboden en daar staat een boete voor van 1000 dollar, maar die boete zal ze voor deze keer niet opleggen. Na alle formaliteiten van de douane, immigratie dienst en agricultuur is het bijna twee uur wachten op onze cruiser vergunning van 19 dollar, waarbij ze ons verzekerde dat ze die tijd ook echt nodig had. Na onze lunch op de boot maken we ons op om naar de wasserette en de supermarkt te gaan. Beide moeten we met de taxi doen want in de nabijheid is hier niets. Opnieuw gaan we met de bijboot en als we aanleggen bij het public dock staat er een vriendelijke man die weet waar de wasserette is en ons daar ook nog wel wil naar toebrengen en als we nog even de supermarkt in het gesprek mengen dan is dat voor hem ook geen probleem. We droppen de was bij de wasserette die het voor ons gaat wassen, we rijden naar de supermarkt, doen daar onze boodschappen en als we weer terug zijn bij de wasserette ligt de was alweer klaar. Bepakt met wel 20 tasjes worden we weer afgezet bij de bijboot en zijn nog steeds sprakeloos dat deze man dit voor ons wil doen, wat een coïncidence, uiteraard belonen we hem daarvoor. 

Dinsdag 11 april

Onze plannen zijn gisteravond uitgekristaliseerd, we gaan met z’n drieën naar het National Forest, El Yunque, zo’n twee uur rijden richting Noord Oost waarbij we eigenlijk het gehele eiland doorsnijden en een inzicht krijgen over het achterland waar voor we nu aan een boei liggen. We nemen eerst nog diesel en water in, waarvoor we even moeten verkassen, daarbij merkt Wim dat zijn stuurautomaat niet meer functioneert. Ondanks dat, bestellen we toch een auto voor onze plannen en uiteindelijk blijft Wim thuis om verder te prutsen aan zijn automaat en wij gaan op weg. Al snel blijkt de TomTom in de auto niet werkt waardoor we vaker misrijden dan we willen. Los daarvan rijden we door een schitterend landschap dat ons laat zien dat Porto Rico wel degelijk groen is, een overdaad aan groen zelfs. Prachtig begroeide heuvels, bergen en dalen vallen ons ten deel. Het rijden in Porto Rico is even best wennen, niet allen moet je alert zijn op de gaten in de weg, maar als je op de rechterbaan rijdt, gebeurt het nog wel eens dat je plotseling op de afslag rijdt. Al met al duurt het meer dan twee uur als we bij de hoofdstad San Juan uitkomen, nadat we toch weer een afslag hadden gemist. Rond om de stad is het file rijden, wat ons doet besluiten ons hoofddoel te laten schieten en terug te gaan naar een ander park, dichter in de buurt van de haven. Opnieuw rijden we door prachtige streken. Bij het autorijden wordt je niet uitgenodigd om het landschap van panorama plekjes rustig te bekijken. Voor we het weten zitten we erg lang in onze airconditioned auto en laten het moois als een film passeren, tijd voor een hike zit er vandaag niet in, immers we zijn te laat gestart van wegen de formaliteiten met de auto en daarbij alle verkeerd genomen afslagen opgeteld, moeten we het hier mee doen. Even wordt het nog spannend als we ontdekken dat we voor de benzine stand naar het verkeerde metertje zitten te kijken. Als we net afdalen om door een dal te gaan ontdekken we dat het een na laatste aan het verdwijnen is, en slechts het laatste streepje overblijft. De weg is te smal om te keren en de afgrond te diep, we rijden dus door met geknepen billen, 25 mijl ver. De huizen langs de weg zien er niet erg uitnodigend uit, zeker niet om de nacht door te brengen. Ook is de taal eigenlijk een obstakel, je zou verwachten dat de meeste inwoners en vooral de jeugd het Engels goed beheersen, maar in bijna alle contacten, zie je hoe moeizaam het Engels gaat en hoe rap het Spaans wordt gebezigd. Na 20 mijl zien we een garage waar mannen aan het sleutelen zijn en die maken ons duidelijk dat er over 5 mijl een tankstation is. Ik heb met nog nooit zo veel plezier mijn tank gevuld en dit keer lag het niet aan de prijs van 0.68 dollar cent per liter Het is bijna donker als we weer terug zijn nadat we een wat moeizame terug tocht hadden om de haven te vinden, de vele gecompliceerde op en afritten laten veel aan je fantasie over. Door het gebruik van de eigen telefoon als Tom Tom waren we door onze data bundel, die we niet konden reactiveren, maar vriendelijke Porto Ricanen waren behulpzaam om de communicatie met het moederschip te herstellen. Eind goed al goed, een hele mooie dag, waarbij we kunnen stellen dat Porto Rico er heel anders uitziet als we met de boot er langs varen! Ondertussen is Wim er niet in geslaagd de stuurautomaat te herstellen, maar heeft het wel zodanig gefixed dat we niet alleen maar met de hand hoeven te sturen.

Woensdag 12 april

We brengen de auto terug, maar maken er nog wel even gebruik van om onze laatste inkopen te doen. We hebben besloten verder te gaan, donderdag en vrijdag is het rustig weer om de oversteek te maken naar St Thomas (Maagdeneiland , USA), daarna trekt de wind stevig aan, nu is er een window. We maken ons los van de boei en gaan langs de kust naar Salines, waar we aan een koraaleiland zullen gaan ankeren. Opnieuw trekken de bergen van Porto Rico langs ons, aan stuurboordkant maar nu weten we hoe zij in werkelijkheid zijn begroeit zijn met loofbomen, giga varens, bamboe en rijk zijn aan bananen plantages. We hebben zo’n 23 mijl te gaan, opnieuw zijn wij bijna de enige zeilboot, die opnieuw tegen de heersende wind op moet boxen. 

Maar we worden beloond bij onze ankerplaats die prachtig protectie geeft met zijn koraal riffen en mangroven, we ankeren en duiken in het water, de zon is af en toe killing als je niet vaart. We hopen te kunnen snorkelen, maar het water is echt troebel, komt dat door de industrie die we zien of de vaste wal, maar volgens Wim zijn het de mangroven die het water troebel maken, niet alleen troebel, ze zijn ook een broedplaats voor insecten die lekker kunnen steken, daarom moet je 50 meter afstand houden van de mangrove, anders is het buiten zitten niet houdbaar, en wat betreft snorkelen, daar komen we nog wel aan toe als we in St Thomas zijn.

Donderdag 13 april

Om 6.30 uur duiken we nog even het water in en gaan dan op weg naar ons laatste eiland, St Thomas, dat samen met St James en Croix tot de drie USA Maagdeneilanden behoort. Columbus was al verbaasd over het moois wat hij op en rond het eiland zag en de huidige toeristen kunnen ook hun verbazing niet onder stoelen en banken steken. Zo staat het in de Lonely Planet, dus we zijn benieuwd naar onze eigen ervaring. Maar hoe komt Amerika aan deze eilanden. Ze waren oorspronkelijk bewoond door nomaden uit Noord Amerika en later door de Taino indianen die met de komst van de Spanjaarden het loodje legden door de slavernij en de Europeaanse infectieziekten. De Maagdeneilanden bleven tot 1588 onder Spaanse gezag tot de Spaanse Armada werd verslagen. De Engelsen, Hollanders en Fransen besloten de eilanden te verhandelen aan geïnteresseerden die op hun beurt voor hun inkomsten piraten in dienst hadden die zilvervloten van alle nationaliteiten meester maakten. Een van de bekendste is blackbeard (Mr. Edward Teach, 1720). Uiteindelijk maakten de Denen en Engelsen hier aan een eind, vervolgens verjoegen de Denen de Engelsen uit St Thomas en St Thomas werd een vrijhaven. De Amerikanen op hun beurt, vonden de strategische ligging van St Thomas interessant en wilde het van de Denen kopen, pas toen in de WWI de Denen onder de Duitsers dreigden te komen, kochten de Amerikanen St Thomas, St John en St Croix omdat ze bang waren dat Duitsland aanspraken zou doen op deze eilanden. St Thomas dat meer dan 40.000 slaven in dienst had op de suiker- en tabaksplantages kwamen in opstand, dat uiteindelijk leidde tot de afschaffing van de slavernij in 1848. Het leven was in die tijd erbarmelijk, wat leidde tot opstanden en vernietiging van de infrastructuur. Toen Cuba door Amerikaans embargo werd geraakt, begon de bloei van St Thomas. Na bestrijden van corruptie en politieke schandalen is St Thomas een eiland geworden dat zich helemaal richt op het toerisme, met prijzen zo hoog als de dollar tekens in de ogen van Oom Dagobert.  

Zoals de weersverwachting de afgelopen dagen al aangaf, hebben we te maken met een oliezeetje, nauwelijks wind, maar het kleine beetje is wel tegen. Dus opnieuw motoren. We manouvreren door de openingen van de koraalriffen naar meer diep water, aan bakboord hebben we de prachtige bergen en aan stuurboord af en toe een eiland. Naast de visstekken van de vissers, waar we netjes omheen varen zien we af en toe een schildpad weg duiken in dieper water. In eerste instantie willen we 's nachts doorvaren om in St Thomas te komen, nu we er op woensdag 20 mijl van de totale afstand hebben afgesnoept, is dit niet meer nodig. De weersverwachting komt redelijk uit, er is weinig wind, af en toe kunnen we motorzeilen en een klein tijdje kunnen we echt zeilen. Bij het eiland Isla Vieques zoeken we rond 17.00 uur een ankerbaai op. Op nieuw een prachtig plekje met een zandstrand, palmen en zwemmers. Maar we zijn niet de enige boot. Bij het uitzetten van de motor merkt Wim dat de kabel is gebroken om de diesel toevoer te sluiten en na enig zoeken weet hij hoe de motor uitgezet kan worden. De kabel kan niet meer ingekort worden dus moeten we het met de hand gaan doen, een echt probleem zal het niet worden voor de laatste 35 mijl!

Vrijdag 14 april

Kwart voor zes al op en meteen het water in, wat zullen we dat missen straks. Om 7.00 uur al onderzeil, we krijgen het in onze schoot geworpen, de eerste 17 mijl langs het eiland is bezeilbaar, met een gemiddelde van bijna 6 knopen, een mooie afsluiting van ons project. Aan het eind van het eiland duikt meteen St Thomas op, dat in een lichte nevel is gehuld. Maar nu moeten we toch meer afvallen en lijkt St Thomas zeilend voorlopig onbereikbaar, maar de Crown Marina horen we luid en duidelijk door de marifoon.

Na twee uur zeilen is het niet meer zinvol verder te zeilen omdat we veel te veel aan de koers moeten prijsgeven en zetten we de motor aan om rechtstreeks op St Thomas af te stevenen, na bijna drie maanden onderweg mag dat wel. Er zijn verschillende baaien en een daarvan is Crown Bay, waar Grown Bay Marina ligt en waar ook de carrieer komt te liggen die de Loney Planet gaat ophijsen. We verkennen de boeien en de anker plaatsen. De boeien zijn allemaal prive en daarom laten we het anker vallen en trekken ons stevig vast aan de bodem, met bijna glashelder water. Om af te koelen duiken we er in en controleren het anker, alleen de ketting zit om een steen, maar met een diepe duik van Wim is dit zo opgelost. We liggen nu prachtig met een 20 tal schepen om ons heen. De bergen zijn heel groen met overal huisjes. Na een pilsje op onze succesvolle tocht gaan we op verkenning uit in de Marina en informeren naar de kosten die aanzienlijk hier zijn. Voor een nacht betaal je 120 dollar, maar er is ook een weektarief voor 800 dollar, voorlopig blijven we even aan het anker. Het ijsje dat we kopen met een bolletje blijkt 6 dollar te kosten, maar smaakt wel verrukkelijk.. Om nog meer voorbereid te zijn gaan we een supermarkt binnen, ook hier liggen de prijzen zeer hoog, niet alleen onze boekenwijsheid maar ook de praktijk hebben ons gewaarschuwd. In de haven ligt een groot Nederlands schip de Diamantgracht uit Amsterdam die zeiljachten aan boord aan het takelen is, zo ziet het er dus uit. Wim moet echter wachten op de Scheldestroom, die tussen 3 en 10 mei zal binnen komen. [
Zaterdag 15 april

Met Wim ga ik op stap om een staaldraad kabel te kopen om de motor te kunnen stoppen, maar keren onverrichte zaken terug bij de boot, ivm Pasen is de zaak gesloten, maandag nieuwe kansen. Om ons op te frissen gaan we snorkelen. We hebben ontdekt dat er gisteren een groepje toeristen uitleg kregen in snorkelen vlak achter onze boot bij het rif. Als we op onderzoek gaan zien we prachtige velden met koraal, schitterend gekleurde vissen, grote rotspartijen, ondiepe en zeer diepe stukken en bovenal een wrak, waar prachtige visjes rondzwemmen. Wat liggen wij in glashelder (maagdelijk) water. Daarna gaan Lineke en ik met de bijboot naar de Marina om te internetten op onze Wifi plek bij de Chinees en trachten daarbij een ticket naar Nederland te scoren. Net als ik mijn creditkaart nummers heb ingetikt, vlieg ik uit de site. Heb ik nu wel of niet betaald. Na veel bellen bij de vluchtmaatschappij en bij de creditkaart service desk komen we er achter dat de betaling niet is afgerond, ondertussen is de batterij van de telefoon leeg en komen we opnieuw met onverrichte zaken bij de boot. Maar uiteindelijk lukt het met de telefoon van Wim de tickets te bestellen die ons op donderdag 20 april weer doen landen in Amsterdam. We hebben het gevoel dat we onze missie goed hebben volbracht. We zijn precies 3 maanden weg geweest en 2000mijl gevaren in 16 vaardagen (2000 :5 mijl=400 uur =16 dagen) waarvan we 170 uur hebben gezeild en met 460 liter diesel, 230 motoruren gemaakt.

 

Comments

Carla en Joop
2017-04-19

Fantastisch weer alle verslagen te lezen, wat een geweldige reis hebben jullie gemaakt.
Geniet nog de laatste dag en goed reis naar huis.
Tot gauw ziens, lieve groet Carla en Joop

2025-02-12

Comment code: Ask author if the code is blank