Terug in Europa...

Monday, September 03, 2007
Duivelseiland, French Guiana
Sorry allemaal, dit verhaal heeft lang op zich laten wachten! Wij vertrekken inmiddels al bijna weer uit Suriname. Maar we maken een inhaalslag: nu het verhaal over ons vertrek uit Brasil en aankomst in Frans-Guyana. Binnen een paar dagen volgt Suriname. En het volgende verhaal... dat zal gaan over Tobago!

Leaving Brasil
Zo'n 50 mijl van Belem ligt Soure, aan de noordkant van de Amazone . Het zal onze laatste plaats worden, na 6 maanden Brasil.
Het plaatsje vinden we erg opvallen. In tegenstelling tot wat we gewend waren zijn hier geen bedelaars, lopen de kinderen er keurig bij en wordt het straatbeeld mede bepaald door ossen die karren trekken, veel fietsers, dure auto's en goed geklede mensen. Daar staat tegenover dat de mensen een ontevreden indruk maken. Ze doen weinig moeite om ons te begrijpen, zijn niet geïnteresseerd en kijken een beetje op ons neer. Waar we de boot leggen is het niet veilig, zegt een bewaker uit een politiepost, maar waarom staat hij daar dan, met uitzicht op de Netjer? Hij adviseert tussen de oude vissersbootjes te gaan liggen, maar daar worden we bijna weg gekeken. Een zeer moderne pont vervoert grote vrachtwagens en bussen. We besteden onze laatste reals en zien hoe jongens met paarden en ossen de rivier in gaan om met ze te zwemmen en op hun rug klimmen als het water te diep wordt. We hebben er geen verstand van maar het lijkt mishandeling! De koeien en paarden gaan soms kopje onder en komen na enige tijd proestend en snuivend met hun neus en ogen weer boven . De jongens houden de staart vasten en schreeuwen en slaan op de beesten die onder protest dan toch wat ongestructureerde rondjes zwemmen.

Als we Soure verlaten staat de stroom flink mee richting zee maar de wind pal tegen. We kruisen 30 uur achter elkaar met wisselend stroom mee en er weer tegenin en na 6 uur hakken liggen we weer op dezelfde plek. Voor ankeren is de zee te ruw, dus varen we aan de wind en hakken we vrolijk verder. Daarna vliegen we 6 uur lang het gat uit en kunnen we wat afvallen en de kust gaan volgen. Als het nacht wordt en de verlichting aan moet gebeurt er niks bovenin de mast. De boordlichten die aan de reling hangen kunnen niet aan want die verbruiken veel te veel stroom en met een extra scherpe uitkijk en een wit ankerlichtje gaan we de nacht in.

Enge zee
Netjer volgt het gebied tussen de 10 en 50 meter lijn, zodat we voldoende waterdiepte houden en toch niet te veel omvaren. Die ligt zo ver in zee dat van de kust niets meer te zien is . We hebben het alarm van de dieptemeter ontdekt. Een leuk speeltje dat de zenuwen wat kalmeert want als er ondiepte of een te grote diepte dreigt begint ie te piepen. We zetten 'm op 15 én 50 meter en in de donkere nacht, als we ruim 6 knopen over de grond varen gaat het alarm plotseling af. De diepte neemt snel af naar 8, 6, 3 en zelfs 2 (!) meter onder de kiel. Direct begint de zee om ons heen te kolken alsof we in een bubbelbad zitten. Van schrik haalt de roerganger direct het roer los van de stuurautomaat, gooit het om, start de motor en gaat de tegenovergestelde koers voorliggen en roept de slapende wacht. Die start de PC op en ziet een diepte van 50 meter op onze positie! Toch besluiten we haaks op de dieptelijn richting zee te sturen en net zo plotseling als het kwam houdt het gekolk en geklots weer op. Er staat een fikse stroom met onze koers mee en de diepte neemt weer snel toe. Langzaam gaan we maar weer met de koerslijn mee liggen en nog geen 5 minuten later gebeurt hetzelfde. We willen geen risico nemen en gaan nu zeker vijf mijl meer de kust uit . We zien een grote vissersschuit en roepen hem op: geen gehoor. Hij gaat precies op het gebied af waar wij vandaan komen en verdwijnt daar in de donkere nacht! We liggen zo'n 80 mijl uit de kust van Ilha de Maraca.
Een halve dag en 60 mijl verderop volgen we nog steeds de 50 meter lijn en gebeurt hetzelfde maar dan overdag. Het is een lange strook van 100 meter breed. De dieptemeter geeft 10 meter aan en we gooien een vislood uit. Die speert met een rotgang naar beneden en lijkt de bodem nooit te halen. Niet ondiep dus! Het zijn stroken kolkend water en lijken wel gewoon stroomravelingen, maar de riviermonding is hier al 100 mijl vandaan! Pas veel later zullen we van andere zeilers horen dat dit verschijnsel ontstaat op het punt dat het zoete water van de Amozone overgaat in het zoute oceaanwater. Zo ver komt het uitstromende rivierwater dus!

Hoogtepunt
Als na twee nachten de zee rustiger wordt klimt Jeroen aangelijnd de mast in. Met een kapotte led lamp komt ie terug en gaat opnieuw met een traditionele lamp weer omhoog . Die doet het gelukkig wel. De dure led, die een bootleven lang mee zou moeten gaan, is een slechte koop gebleken. Gelukkig hebben we steps (klimijzers) op de mast en is het klimmen goed te doen, zonder blauwe plekken op te lopen. Leuker is het om in de haven te doen, in verband met het uitzicht en de stabiliteit :-) Na nog een dag met te weinig wind om te zeilen passeren we de Braziliaanse grens met Frans Guyana en weer een dag later een paar kleine eilandjes halverwege het Franse land.

Frans-Guyana
We komen er nu toch langs en de wind laat het al een dag afweten. Bovendien lusten we onderhand wel een stokbroodje met kaas en wat wijn. Uiteraard komen we bij donker aan bij de eilandjes die ongeveer 10 mijl uit de kust liggen. We lopen het dus aan met de radar bij en sturen op een waypoint waarvan de coördinaten uit de CMap (kaartprogramma) zijn gehaald. In de kaart staat dat er een groene lichtenlijn is. Die hebben we snel gevonden. De hoek die beschreven staat wijkt echter twintig graden af van de peiling die we maken als we de lichten in lijn varen . Dan blijkt dat de positie uit de kaart midden op het eiland terecht komt en de eilanden in werkelijkheid maar liefst 1 mijl verderop liggen! Toch maar goed dat we niet alleen op de CMap vertrouwen! Er blijken nog twee jachten te liggen en verder zien we op wat straatlantaarns na helemaal niks. Het leuke van aanlopen bij donker is dat de verrassing de volgende morgen des te groter is. Dan wordt bevestigd wat je 's nachts dacht te zien (of niet). Het wordt inderdaad een verrassing. We liggen nog geen twintig meter van het eiland af, dat bezaaid staat met palmen en andere volgroene bomen. We roeien naar de wal en er komen catamarans met dagjes mensen naar het havenkommetje. Er draait een groot aggregaat en een man onderhoud het apparaat. Een paar trimmers lopen zwetend langs de rand om het hele eiland (28Ha) heen. Waar ze zin in hebben bij 35 graden We zijn op Ile de Royal, een van de eilanden van de Iles du Salut! Een van de andere eilanden heeft meer naamsbekendheid: Duivelseiland! Het wemelt van de bordjes: verboden dit, pas op voor dat .... Dat was in Brazil wel anders. We gaan vergelijken en vinden het toch ook wel erg mooi. Afval in de bak, keurige steiger, gesnoeide bomen, hekje langs de afgrond en talloze bordjes als liep je in een museum. Dat blijkt ook min of meer zo te zijn, we zijn op het gevangenis eiland Ile du Salut waar de film Le Pappillon werd opgenomen. Hier werden veel mensen gevangenen gezet en gedood. Vluchten kon niet, het vasteland is te ver en er zaten haaien rond het eiland. Er is nu een herberg gevestigd en er werken mensen aan het onderhoud en restauratie. Je kunt er lekker eten tegen euro tarieven en er worden rimboetochten aangeboden tegen forse prijzen. De meeste dieren en highlights hebben wij echter in Brazil al gezien, vanaf ons eigen huis en zonder euro's. Dat moest dus maar even niet. Op het eiland zijn tal van gebouwen te zien die onderdeel uitmaken van de gevangenissen. Een deel is gerestaureerd en andere gebouwen staan op instorten. zo is er een kerk die er keurig uit ziet, en een hospitaal waarvan alleen de gevels nog maar overeind staan . Het cellencomplex bevat geen ijzer meer waardoor alleen stenen hokjes en roeststrepen over zijn. Ook de stalen daken zijn verdwenen. Een museum biedt veel informatie over de slachtpartijen die hier hebben plaats gevonden.

De onderhoudsmensen zijn druk bezig met afval klaar zetten voor het transport per helikopter naar de vaste wal. De heli vliegt wel 10 keer heen en weer om alles weg te krijgen en brengt steeds een portie diesel mee terug. De zee is inmiddels flink ruiger geworden en wij steken over naar Kourou, 10 mijl naar de kust. De aanloop is ook een leuke. Er zit een groot schip voor ons en het maakt rare draaien in het midden van de smalle vaargeul. Op de AIS zie ik dat ie maar twee knopen vaart en diagonaal in de vaargeul vaart. Waar moet ik er nou langs schipper? Nou ehh... blijf er maar achter, hij zal wel zo langzaam varen omdat het water nog stijgt! Stuurvrouw volgt braaf de orders op maar schipper begint nerveus te worden. Roept het schip op kanaal 16 maar er wordt niks geantwoord . "Ga maar bovenwinds voorbij!" zo klinkt het besluit. "Ja maar hij ligt diagonaal in de geul, dan moet ik er buiten varen!" "Doe toch maar, maar dan wel strak er langs." Vanuit het stuurhuis kijkt een man recht naar omlaag alsof er een kikker langs zwemt. Dan gaat zijn aandacht weer naar zijn tafel. Kennelijk geen probleem en we zeilen dicht langs zijn boeg. Dan zien we aan zijn stuurboord twee kabels en een grote buis hangen: een zandzuiger! Dat is maar goed dat we er langs gegaan zijn, anders is het net alsof je achter een asfalteermachine in de file staat!
Kourou ligt aan een smalle rivier waar fikse stroming staat en bovendien nog harde wind. We liggen met wel 25 jachten achter elkaar langs de smalle strook tussen de kant en de vaargeul. De stroom is soms wel 3 knoop en de wind komt daar nog bij. Keert het tij dan gieren alle jachten als surfplanken door het water en soms slaat er 1 van z'n ankeren en gaat op stap. Dat wil je toch niet! Bij harde stroom komt er van alles langs drijven: een dode vis meteen meeuw er bovenop, vleugels gespreid om niet te zinken met zijn avondmaal . Een keer dachten we een balk te zien drijven, echter die lag stil terwijl het flink stroomde! Dichterbij bleek het een hondenkop te zijn. Dat het beestje zich een ongeluk trapte kon je niet zien aan de oppervlakte. Na een kwartiertje had ie het trucje door (of zijn oefening zat er op), schuin zwemmen en je vliegt naar de wallenkant. 10 km van het woonoord is de aanleiding van het uit zijn verband gegroeide stadje te zien: het Airospace center waar de Ariane raketten worden gelanceerd. We brengen een bezoek en krijgen een gratis rondleiding. Het object is zwaar beveiligd als ware het de Berlijnse muur in vroegere tijden. De Fransen melden vol trots dat ze veel werkgelegenheid bieden aan de lokale bevolking. Dat mag best zo zijn maar het is slechts beperkt. Onze Franse gids is vast geen lokaaltje en de euro heeft de lokale mensen hier niet veel goeds gebracht zo denken wij. Een kilo aardappels kost hier 4 euro en de schaarse groente is ook erg duur, zelfs vergeleken met Holland. Opmerkelijk is dat de vis wel goedkoop is, dat er relatief veel chinezen wonen en dat de supermarkten allen door de chinezen worden gerund. Op straat zien we veel kinderen die blèren om een scheet. Ook dat was in Brasil wel anders. De kinderen worden er minder verwend en brullen niet om alles wat ze niet bevalt. Enkele dagen na het bezoek aan het space center verlaten we Kourou. Op naar Suriname!
Other Entries

Comments

2025-05-23

Comment code: Ask author if the code is blank