De baai van Salvador

Thursday, May 10, 2007
Salvador, Brazil
De baai van Salvador

We liggen een week in de stadshaven van Salvador . Jeroen is, met hulp van Marcello en Paul, vooral druk met het schroefasprobleem. Ook krijgt hij veel hulp van kenners uit Nederland. Het is echt super om te merken dat mensen die wij niet eens persoonlijk kennen, zo met ons meeleven en bereid zijn de helpende hand toe te steken. Jeroen schrijft hier meer over in zijn technische verhaal, maar op deze plaats willen we graag een paar mensen bedanken. Cees, Wim, Mienco, Elise en Christ: jullie zijn kanjers!!!!!
Na een week zijn we zover dat we de motor weer willen (en kunnen) uitproberen. We gaan, voor het eerst sinds we hier zijn, naar het eiland Itaparica. En dat is wel bijzonder, want de meeste zeilers brengen hier veel tijd door. Het is dan ook best een mooi plekje: een grote baai met zandbanken aan de rand, die bij laag water droogvallen. Ideaal voor catamarans en boten met een daarvoor geschikte kiel, om droog te vallen en de kiel schoon te kunnen maken. Ook is er een kleine marina, waar eigenlijk bijna niemand ligt, maar waar je de dinghy aan de steiger mag knopen en voor bijna niks drinkbaar water kunt tanken . Wij hebben het er naar ons zin en het is een handige plek, maar niet bijzonder genoeg om er lang te blijven hangen. Na een paar dagen nemen we definitief afscheid van Paul en Car. Zij gaan nog een paar dagen naar de stad voor de laatste klussen en zullen dan naar Rio de Janeiro varen. Naar het zuiden dus, terwijl wij juist naar het noorden zullen varen...Dit hoort dus ook bij het zeilersleven. Gelukkig kunnen we contact houden via de kortegolfradio om onze ervaringen te delen.
We hebben ook alweer leuke plannen. We gaan naar de Rio Paraguacu, een rivier die uitmondt in de baai van Salvador. Het blijkt een geweldig mooie rivier te zijn, met prachtige ankerplaatsen waar we helemaal alleen liggen. En dit op een paar uurtjes varen van Itaparica, hoe is het mogelijk!! Het landschap is groen en heuvelachtig en er is niets te merken van enige invloed van de miljoenenstad Salvador die hier toch echt vlakbij ligt. De eerste middag brengen we genietend in de kuip door, met een wijntje en lekkere hapjes. De volgende dag varen we door naar Maragojipe . We hebben ervoor gezorgd hier op vrijdag aan te komen, want op zaterdag schijnt hier een markt te zijn waar boeren uit de hele streek hun groente en fruit aanbieden. Dat willen we meemaken! We verkennen het plaatsje vast en als we terugkomen hebben we gezelschap gekregen van twee Franse boten. Anton en Michou van Groyabada kenden we al van La Gomera. Zij hebben in Nederland gewoond en spreken de taal, wat het voor ons natuurlijk een stuk makkelijker maakt. Zij varen al sinds Senegal samen op met de Semeda, een gezin met twee kinderen.
De volgende ochtend gaan we naar de markt. We zijn aan de late kant, maar slaan toch nog flink onze slag. De komende week zal het ons aan vitamines niet ontbreken! We lunchen heel eenvoudig met Carne do sol en farofa (zongedroogd vlees en geroosterd maniokmeel), met uitzicht op de markt. Het grappige is dat wij ons vergapen aan het dagelijks leven van deze mensen, maar dat zij ons op dezelfde manier bekijken. Je ziet ze denken: wat moeten die Europeanen hier nou?!
´s Avonds drinken we zelfgemaakte caipirinhas en eten we zelfgemaakte pizza aan boord van Groyabada . Anton vertelt dat hij waypoints heeft van de route naar Cachoeira. De pilot heeft geen gegevens over dit deel van de rivier en raadt aan deze plaats met de bus te bezoeken. Het schijnt er vol met zandbanken te liggen, dus de kans dat je vastloopt is groot. Toch moet het kunnen... We besluiten met drie boten achter elkaar aan te varen. De Groyabada heeft een ophaalbare kiel en steekt maar een meter diep. De Cemeda volgt met 1.50 meter en wij hebben met 1.65 meter de grootste diepgang. In volgorde van diepgang varen we achter elkaar aan, terwijl Anton de dieptes doorgeeft via de marifoon. Het is een grappig gezicht: drie boten die achter elkaar aan kriskras over de rivier varen. De beloning is groot: een schitterende ankerplek bij een prachtige, oude stad.
We blijven hier een dag of vijf en dwalen door de stad, eten in kilo-restaurantjes en gaan een ochtend naar de rivier, waar we mensen de was zien doen, terwijl anderen vissen of gewoon met elkaar op het strandje zitten. Wij zitten er tussen en even voelen we ons indringers; dit zijn immers arme mensen die geen geld hebben voor een wasmachine en daarom hun was in de rivier doen . Wat vinden ze van een stelletje rijke toeristen dat gaat zitten toekijken? Dat gevoel valt snel weg. Men stoort zich niet aan ons, zodat we lekker blijven zitten.
Achteraf blijkt deze dag nog wel een staartje te krijgen. Jeroen is bij het oversteken van een spoorbrug gestoken door een groot insect. Een pijnlijke beet, zoals Syl op de terugweg ook zal ervaren. Zij had de mazzel dat er meteen een vrouw naar haar toe kwam met een teentje knoflook om op de beet te smeren. Voor Jeroen is dat al te laat. Hij wordt de volgende dag wakker met een enorm dikke, pijnlijke voet. We besluiten naar een dokter te gaan. Het is even zoeken voordat we de balie voor particulieren hebben gevonden (het is er wel een stuk rustiger...), maar dan worden we snel geholpen. We kunnen de arts helaas niet duidelijk maken om wat voor insect het gaat, maar hij constateert een zwelling als gevolg van een allergische reactie en schrijft medicijnen voor. Vervolgens is Syl aan de beurt; al bij de apotheek wordt ze misselijk en een uur later ontstaat er een routine tussen als een dweil op de bank liggen en naar de wc rennen . Na 30 keer (!) dit ritueel herhaald te hebben, komt het restant van haar maaginhoud er via de bovenkant uit en voelt ze zich ietsje beter. Het duurt voor beiden een paar dagen voor we weer opgeknapt zijn. In Salvador zullen de maagproblemen bij Syl weer opspelen en als zij ervan af is, zal Jeroen er last van krijgen (maar dat wisten we toen nog niet).
In twee dagen varen we terug naar Itaparica, waar we de drinkwatertank nog een keer volgooien. Vervolgens gaan we voor de laatste keer terug naar Salvador. De schroefas heeft zich goed gehouden, dus daar hoeven we gelukkig onze energie niet meer in te steken. Wel hebben we nog een aantal andere klusjes te doen, gaan we de brommer ophalen en zullen we afscheid moeten nemen van oom Bertus en tia Glicia. Met hen brengen we een supergezellige laatste avond door. We gaan naar Shopping Barra, een groot winkelcentrum waar één verdieping totaal gevuld is met allerhande eettenten, variërend van de McDonalds en de Burgerking tot ijssalons en Chinese restaurants. Wij kiezen voor de laatste en smullen: lekkerder dan "Nederlandse Chinees" constateren we tevreden. Nog een bijzondere ervaring: op de begane grond van het winkelcentrum bevindt zich een heuse ijsbaan!!!! Vanuit de glazen lift kijk je daarop neer. En wat blijkt, ze kunnen nog schaatsen ook.Wat is Brazilië toch een land van contrasten!
Other Entries

Comments

2025-05-23

Comment code: Ask author if the code is blank