De grote oversteek!!!

Wednesday, January 10, 2007
Atlantic ocean, Brazil
De grote oversteek!
 
10 januari 2007 - 02 februari 2007
 
Na ruim een maand op La Gomera varen we, uitgezaaid door de achterblijvers, het kleine, mooie haventje uit . We gaan nog één nacht in een iets verderop gelegen baai voor anker voor wat voorlopig de laatste volledige nacht slaap zal zijn.
Na een hobbelige nacht (er staat veel deining) worden we gespannen wakker. Vandaag gaat het eindelijk gebeuren! We zijn onrustig, hebben ons misschien wel wat te veel opgefokt de afgelopen weken. Ja, de oceaan is groot, maar in dit seizoen over het algemeen niet gevaarlijk!
De eerste dagen is Syl steeds misselijk. Het eten blijft binnen, maar daar is alles dan ook mee gezegd. Pas na vier dagen is ze ingeslingerd en kan ontspannen bij het idee nog een paar weken op zee door te brengen.
Jeroen is ondertussen druk aan het klussen. De net geïnstalleerde windvaanstuurinrichting, die tijdens deze tocht het sturen van ons moet overnemen, werkt nog niet naar behoren. We zullen daar tijdens de overtocht nog vaak mee bezig zijn...
De windvaan is niet het enige apparaat aan boord dat sinds la Gomera in werking is. We kunnen nu ook zenden met de kortegolfradio. Dat houdt in dat we op afgesproken tijden contact kunnen maken met andere radiobezitters . Met behulp van een pactormodem kunnen we ook (korte) mails versturen/ontvangen en weerberichten ophalen. Een zeer belangrijk lijntje naar de wal dus! Het mailen beperken we tot korte, geruststellende mededelingen aan familie, omdat het veel stroom kost.
We hebben op deze tocht dagelijks radiocontact met Paul en Caroline van de Giebateau. Zij varen via Gambia ook naar Brasil. Jeroen en Paul bespreken vooral de (zeil)technische ´problemen`, terwijl Syl en Caroline de gezellige kletsgesprekken voor hun rekening nemen. Tweemaal per week hebben we contact met Bertus, een oom van Jeroen die al het grootste deel van zijn leven in Brasil woont. De verslagen van die gesprekken staan in het gastenboek. Last but not least hebben we mailcontact met Ron, een zeilvriend die ons met route-adviezen terzijde staat. Dit vooral ivm de doldrums, later meer hierover. Het zijn zeer welkome contacten die ons het prettige gevoel geven dat mensen met ons meeleven en vooral onze ouders de nodige geruststelling biedt.
 
Hoe verlopen de dagen aan boord?
Overdag hebben we geen vaste structuur met wachten . Het regelt zich dan vanzelf. 's Nachts slapen we om de beurt 3-4 uur. Degene die wachtloopt houdt in de gaten of er andere schepen in de buurt zijn (om botsingen te voorkomen) en houdt tevens de koers en zeilstand in het oog. Pas na 15 dagen zien we overigens het eerste schip! Verder zorgt Syl voor het eten. We hebben voor ruim twee weken verse groente en fruit aan boord, daarna gaan we over op blikvoer. Lekker is eten is belangrijk aan boord. We leven eenvoudig, met weinig afleiding, en genieten daardoor des te meer van ''kleine dingen", zoals een lekkere, verse maaltijd. Zeker als daar dan ook nog een verse, zelf gevangen dorade bij hoort!
Jeroen doet de meeste klusjes, zoals het versterken van een lijn die te snel slijt doordat 'ie steeds op dezelfde plek langs een stag schuurt (stagen houden de mast overeind), laptops aan de praat krijgen, het energieverbruik op peil brengen, etc.
Naast slapen, eten (maken) en klussen, lezen we veel. Zelfs Jeroen vindt de rust om een paar boeken te lezen! Verder is er genoeg tijd voor een goed gesprek en gaat de radio af en toe hard aan (Fons, bedankt voor de geweldige mp3!) .
 
Wat zien we om ons heen?
De zee laat zich het grootste deel van de tocht van haar grauwe kant zien. Het is vaak bewolkt en de eerste helft van de tocht is het fris. Daarna wordt het warm en benauwd (luchtvochtigheid 70% en 30 graden), maar de zon laat zich maar ongeveer een kwart van de dagen zien. Op zonnige dagen kleurt de zee blauw en kunnen we tijden naar de golven kijken. We zien weinig leven; wel vliegende vissen (die vluchten zo voor grotere vissen en komen soms per abuis op ons dek terecht, hebben dan dus toch nog een slechte dag) en af en toe een vogel. Eentje heeft een nacht met ons meegereisd (zie foto). De sterrenhemel is prachtig! Zoveel sterren hebben we in Nederland nog nooit gezien. Vallende sterren spotten is voor Syl tijdens de wachten dan ook een geliefd tijdverdrijf.
 
Het weer
Achteraf horen we pas dat een hoop mensen in Nederland met de storm aan ons gedacht hebben. Wij mogen onszelf gelukkig prijzen dat we rustig weer hebben gehad! We hadden zelfs wel wat meer wind willen hebben, omdat Netjer met wat meer wind (vanaf kracht 5) het lekkerste loopt . Voor licht weer is ze met haar 9 ton aan de zware kant. Wij hebben het grootste deekl van de tijd windkracht 3-4 gehad uit NO hoek. Bij weinig wind kunnen we de halfwinder hijsen. Dit is een groot zeil van heel licht doek, dat we gebruiken bij weinig wind. Helaas is deze halverwege veranderd in twee kwartwinders ;-). Die zullen we in Salvador moeten laten repareren, evenals het grootzeil dat hier en daar beschadigd is. Netjer loopt vooral bij halve wind (wind van opzij) goed. Aan de wind (is bijna tegen de wind in) loopt ze niet zo heel hoog, maar ze loopt wel lekker. Bij ruime windse (schuin achter) en voor de windse koersen (wind van achteren) loopt ze minder goed en dat is jammer, want dit is met de passaatwinden de meest voorkomende windrichting. We proberen vanalles, maar om echt tevreden te raken zullen we waarschijnlijk aanpassingen in het zeilplan moeten gaan doen.
Als we de evenaar naderen, komen we terecht in het gebied van de doldrums. In het gastenboek heeft Ron hierover al een uitgebreide uitleg gegeven. Kort gezegd komt het erop neer dat daar vaak windstil weer is, afgewisseld met heftige buien waar juist zeer veel wind in zit . Het is een rare gewaarwording. Je hebt alle zeilen opstaan omdat er zo weinig wind is, dan zie je de donkere wolken naderen en moet je héél snel zeil minderen, omdat je anders echt een probleem hebt. De eerste keer reageerden we vrij laat en konden we nog net op tijd een rif in het grootzeil zetten (om ´m kleiner te maken). Toen kregen we windkracht 7 en zelfs heel even 8 over ons heen.
De vraag waar de evenaar te passeren heeft ons aardig beziggehouden. De gordel van doldrums is niet overal even breed en natuurlijk willen we hier niet langer inzitten dan nodig is. Maar als we te lang wachten met "zakken" dan krijgen we op het zuidelijk halfrond de wind waarschijnlijk uit een ongunstige hoek. Na overleg met Ron besluiten we niet in een rechte lijn naar Fernando de Noronha te gaan, maar eerst af te zakken. Op een gegeven moment zien we dat de windrichting op het zuidelijk halfrond de komende week gunstiger voor ons is dan gebruikelijk. We stellen dan de koers bij en varen rechtstreeks naar Fernando.

Syl en zeilen  

Syl krijgt nog regelmatig de vraag hoe het zeilen haar bevalt . Het is lastig daar een eenduidig antwoord op te geven, omdat er zoveel kanten aan zitten. Ze geniet in de eerste plaats van het leven aan boord. Een schommelend huisje op het water, lekker veel buiten zijn, de dagelijkse dingen doen. Verder natuurlijk het reizen, nieuwe landen zien, mooie plekjes opzoeken en daar het anker uitgooien.
 
Het varen kent ook nog vele facetten; niet alleen sec het zeilen, maar ook het uitstippelen van de route, het navigeren, het omgaan met radar, het ophalen en interpreteren van weerkaarten, het bedienen van de kortegolfradio etc, etc. Syl is degene die in hoofdlijnen de route uitzet, rekening houdend met wind, gegevens uit pilots, ervaringen van anderen, orkaanseizoenen, haalbare afstanden e.d. Ze heeft daar meer plezier in dan Jeroen, die zich liever met de uitvoering bezighoudt. Het navigeren en omgaan met apparatuur heeft niet haar bijzondere interesse, maar is natuurlijk wel erg praktisch om zelf te kunnen en het gaat prima. Het zeilen an sich vindt ze het leukste als er veel wind staat. De snelheid doet haar denken aan het surfen van vroeger en geeft een kick . Het maakt dan niet uit of het stortregent. Ze heeft een hekel aan het `lijnenwerk`, een zeilboot heeft een wirwar van lijnen (touwen) die allemaal een eigen functie hebben. Ze is daar nog niet altijd even handig mee en kruipt liever achter het roer. Boot op koers houden, zeilstanden aanpassen en dergelijke gaat oké. Manoeuvreren op de motor (aanleggen en wegvaren) vindt ze erg leuk en doet zij vaak. Wanneer de situatie erg lastig is (door veel wind of te krappe ruimte) neemt Jeroen het even over.  
 
Het samen zeilen is vaak een bron van plezier, maar soms ook van ergernis! In de ogen van Jeroen kan het altijd beter en dat werkt voor Syl nogal ontmoedigend. Verder is het lastig dat we beiden de boot nog moeten leren kennen en dat ze nog gebreken vertoont. Het zeilen voor de wind (met de wind in de rug) gaat bijvoorbeeld nog niet zoals het hoort. Het is dan een eindeloze zoektocht naar oorzaken en vooral oplossingen. Syl droomt nu van een klein, handzaam jolletje om in te zeilen. Die komt dan op het voordek in plaats van de rubberboot .
Op momenten dat het erop aankomt werken we wonderlijk genoeg opeens perfect samen en worden de noodzakelijke handelingen in vlot tempo verricht. Bij een plotselinge squall is het zeil zó gereefd! Al met al bevalt het zeilen/varen prima en gaat het lekker!
 
Neptunes!
Uit het dagboek van Syl
Jippie, we zijn de evenaar gepasseerd! We hebben natuurlijk een foto van de gps gemaakt, met allemaal nullen. En Neptunes gevraagd of we de evenaar mochten, met de volgende toespraak:
 
Zeer vereerde koning Neptunes,
 
"Sylvia en oom Jeroen kunnen niet zeilen, maar gaan het toch doen!" Het is en half jaar na ons afscheid in Nederland, waarbij dit -door ons enigszins verbouwde!- lied gezongen werd.
Op Schiphol ontvingen wij van vrienden een mooie vlag met daarop de kreet die het motto van onze reis is geworden: " Sylvia & Jeroen, sailing to meet Neptune".
 
En hier zijn we dan, na een half jaar zeilen, motoren, lachen, huilen, vrijen, ruzieën en weer goed maken en vooral héél veel genieten van elkaar, de zee, de oceaan en de sterren aan de hemel, zijn we beland op de grens van het noordelijk halfrond.
 
Zeer vereerde koning Neptunes, koning der gemene haaien, glibberige kwallen en verrukkelijke dorades: wij vragen u met de grootst mogelijke nederigheid toestemming de evenaar te passeren, om onze reis voort te zetten op het zuidelijk halfrond.
 
Met de vissen en de vogels als getuigen, willen wij onze trouw aan u, edele koning Neptunes, bewijzen door ons beiden te laten dopen met uw zilte water.
Vervolgens zullen wij, om de feestvreugde te verhogen en u te danken voor de verleende doorgang, een fles warme doch tintelende champagne met u delen.
 
Laat de ceremonie beginnen!
 
Uw nederige zotte zeevaarders,
 
Sylvia en Jeroen
 
(p.s., de zee ziet er hier nog precies hetzelfde uit hoor ;-), nog 200 mijl te gaan!)
 

Het verloop van de reis
De eerste week staat in het teken van wennen aan boord, tot rust komen en voor Syl het kennismaken met de nieuwe apparatuur. De tweede week is zeer relaxt. We hebben het naar onze zin aan boord en een gevoel van tijdloosheid treedt in.

Uit het dagboek van Syl: 23-01, 15.30 uur.
Vandaag is een prachtige dag! Veel zon en lekker warm! Ik heb tot 11.00uur geslapen. Toen ontbeten met havermout, tot ongenoegen van Jeroen ;-). Ik heb een hele tijd naar de zee gekeken, dat doen we te weinig! Steeds andere golven, een paar vogels, blauw water. Rust! Emmerdouche met zeewater genomen en met zoet water afgespoeld, anders blijft het wat plakkerig. We hebben het heerlijk samen, zelfs op deze kleine ruimte zijn er weinig irritaties en doen we rustig naast elkaar ons ding. Nu ga ik weer naar buiten, lekker lezen in een nieu
w boek!
Dit zijn de topdagen, hier doen we het voor! Toch maken we ook minder leuke dingen mee. Lees maar!

Dagboek Syl 25-1, 21.45 uur
Vanvond zijn we ons rot geschrokken. W zaten net tortilla's te eten. Het was al laat, 20.10 uur, terwijl we om 20.30 uur radiocontact met de Giebateau zouden hebben. Opeens zegt Jeroen:" ik zie een schip!" Ik zag niks. "Twee lichtjes". Shit, nu zag ik het ook en al best dichtbij. Terugredenerend ongeveer op 6 mijl. En op ramkoers, zo te zien. We zagen ´m op twee uur en hij kwam op ons af. Jeroen heeft 'm opgeroepen op de marifoon en de radar aangezet. En snel het toplicht aan, want het begon net te schemeren en dat was nog niet gebeurd. Bij de tweede keer reageerde de man op de brug. Hij had ons nog niet gezien! Hij zou ons port-port (beiden houden dan het andere schip links) passeren. Voor de zekerheid zijn wij ook nog maar wat afgevallen. Hij passeerde ons op 2 mijl. Dat lijkt ver weg, maar is heel dichtbij als je zo'n gevaarte op je af ziet komen. Het ging ook zo snel! We schatten in dat hij in een minuut of 10 al nnaast ons zat. Die grote containerschepen (want dat was het) kunnen wel 25 knopen per uur varen.
Nog natrillend maakte Jeroen radiocontact met Paul. We hebben afgesproken nog maar één keer per dag radiocontact te maken om genoeg energie over te houden voor de radar. We zijn geschrokken. Twee weken lang leek de oceaan van ons te zijn, nu worden we met onze neus op de feiten gedrukt. Altijd waakzaam zijn! Niet dat we dat niet waren, maar de aandacht verslapt echt wel eens een half uurtje. Dat kan dus niet meer.
 
Dit is een goed voorbeeld van een minder leuk moment! Zeker als er de nacht erop een zeer fel verlicht schip recht op ons afkomt, neemt dat wel een stukje rust weg. Het zal overigens het laatste schip zijn dat we op onze overtocht tegenkomen. 
  
De derde week begint de vermoeidheid toe te slaan en verlangen we naar de aankomst op Fernando de Noronha. We hebben op internet gelezen dat dit een erg leuk eiland is: groen, beschermd natuurgebied, weinig toerisme en een baai waar zeilboten afkomstig uit Europa of Zuid-Afrika, kennismaken met Brazilië. We hebben er veel zin in en verheugen ons op een koud drankje (we hebben geen koelkast aan boord, alleen een bak die we met ijs kunnen vullen en dat kan onderweg vanzelfsprekend niet), lang slapen, leuke uitstapjes en vooral: bewegingsvrijheid! Natuurlijk beweeg je wel wat met het verrichten van zeilhandelingen, maar al met al zit je aan boord op die kleine ruimte erg veel stil. Het maakt dat we veel zin krijgen in lopen en zwemmen!
 
Aanloop Fernando de Noronha 
2 Februari is de laatste dag op zee! We hebben redelijk wat wind en dus lekker gezeild. Het is een verademing om de motor uit te kunnen zetten. We hebben allebei een uitgebreide douche genomen en om de beurt nog wat slaap gepakt. We zullen in het donker aankomen, dus bestuderen we de zeekaart op de computer (C-map) extra goed. Helaas kunnen we bij daglicht het eiland nog niet zien opdoemen, maar het is ook erg leuk om in het donker de eerste lichtjes te zien verschijnen. We kunnen ons er opeens niks bij voorstellen hoe het zal zijn om aan te komen, zo zijn we inmiddels gewend aan het leven op zee. Tegen 03.00 uur `s nachts schuiven we voorzichtig de baai in, oppassend dat we niet over het anker van een andere boot varen of een onverlicht vissersbootje raken. We gooien het anker uit, zetten de motor af en dan... stilte! We pakken een drankje en gaan nog even in de kuip zitten, rustig om ons heen kijkend. En dan gaan we genieten van een welverdiende nachtrust, na 24 dagen op zee kunnen we weer samen slapen, zo lang als we willen. De zon staat al hoog aan de hemel als we de volgende ochtend wakker worden!
 
Other Entries

Comments

2025-05-23

Comment code: Ask author if the code is blank